Zomaar een dak

Een dak: dat is het belangrijkste. Dat was de conclusie op het Marienburgcongres van 26 oktober j.l., toen het ging over een eigen (kerk-)ruimte voor de samenkomsten van een geloofsgemeenschap.

Gevolgen verlies kerkgebouw

Een gelovige gemeenschap kan niet zonder een gebouw, dat ruimte biedt om tastbare verbondenheid en ontmoeting met het heilige te vieren. Als om wat voor  reden ook, bij een fusie het kerkgebouw aan hen ontnomen wordt, wordt dat ervaren als een (in)breuk  in hun onderlinge verbondenheid en als een degradatie van de heilige grond waarop de gemeenschap wortelde, naar alleen locatieplek. Zorgen om het behoud van hun gebouw, maar vooral ook om de daarmee gepaard gaande verstrooiing van de geloofsgemeenschap. Geen dichtbije plek meer om eucharistie te vieren, geen nabije pastor, geen diaconale en vormingsactiviteiten meer.

Consequenties van zelfstandig worden

Als er dan gekozen wordt voor eigen verantwoordelijkheid, vrijheid en zelfstandigheid, zijn de problemen bepaald niet opgelost. Men krijgt te maken met druk vanuit het bisdom op het parochiebestuur, kille redeneringen en becijfering en de harde realiteit van eigen financiering.

De kans bestaat dat dit proces geloofsgemeenschappen vitaliseert en mobiliseert, maar nu moet er spiritueel  een verdieping plaats vinden, en bovendien moet organisatorisch een breed draagvlak gecreëerd worden. Immers de gevolgen van de gekozen koers, zoals het aantrekken van bekwame voorganger(s) en het vinden van een geschikt gebouw, en de financiering daarvan, moeten veilig worden gesteld.

De vraag is hoeveel veerkracht, uithoudingsvermogen en bereidheid tot financiële bijdragen een geloofsgemeenschap eigenlijk nodig heeft om dit proces met succes te kunnen doorstaan.