De eucharistie wordt wel de oorsprong en het hoogtepunt van heel het christelijke leven genoemd. Ook in de geloofsgemeenschappen, die zich losgemaakt hebben van het kerkelijke instituut, delen ze nog brood en wijn. Maar wat vieren ze daar nu?
Moderne gelovigen kunnen bepaald niet meer geïnspireerd raken door het idee dat we met de eucharistie het offer van Jezus, zijn lijden en dood, vieren. Zo langzamerhand beseft iedereen wel dat het verdienen van de hemel meer van ons vraagt dan louter geloof in Jezus’ verlossingswerk. In onze christelijke traditie hebben we het antwoord vooral gezocht in de diaconie, de dienst aan de naaste. Toch dringt zich de vraag op of het ritueel van brood en wijn niet veel dieper in ons eigen vlees zou moeten snijden.
Leven van de liefde
Misschien is hiervoor een antwoord te vinden in de veranderde religieuze behoeften die men waarneemt in de zelfstandige geloofsgemeenschappen. Religie is meer persoonsgericht geworden. Mensen zoeken tegenwoordig vooral geestelijke voeding, antwoorden op persoonlijke levensvragen. Persoonlijke bezinning, bezieling en samen vieren staan nu voorop. In sommige geloofsgemeenschappen lijkt men nu met de diaconie wat in de maag te zitten.
Ik vermoed dat we in onze traditie over het hoofd hebben gezien dat die dienst aan de naaste een afspiegeling is van de liefde voor onszelf: heb je naaste lief als jezelf. Maar wat is liefde voor jezelf? Hoe doe je dat, jezelf liefhebben?
Ik denk dat geloofsgemeenschappen leerplaatsen moeten worden voor het leven van de liefde. Dan is er echt weer iets te vieren.