In een kerk kom ik tot rust, al weet ik dat buiten de kerkmuur de satan weer op mij wacht,
zei Dirk, deelnemer aan ons werkproject voor dak-en thuislozen.
Zijn groepsgenoten luisterden aandachtig en begrepen dat satan hier een naam is voor angst, twijfel, zal het ooit goed komen! Dirk voelde zich veilig, hij voelde betrokkenheid, solidariteit. Hij leefde op: ik blijf erin geloven. En hij werd leider: kom we gaan werken.
Dirk en zijn maten verwoorden wat Henk Meeuws bedoelde in zijn lezing op het Marienburgcongres 2012, over diaconie en mystagogie*. Die mannen van ons project zijn mystagogen: mensen met aandacht voor de ander, zij laten zich inwijden in het geheim (mysterie) van de allerdoodgewoonste menslievendheid.
De taal van de diaconie
De kerk is uitgepreekt. Maar zij kan herrijzen. Dat kost wel bezinning en oefening.
Een idee: Geloofsgemeenschappen, laat mensen uit de wereld van de zorg (verzorgers van demente bejaarden, politieagenten, gevangenbewaarders) een keer mee voorgaan in een kerkelijke viering, niet om te preken maar omdat zij iets te zeggen hebben. Zij kunnen getuigen van hun diepe ervaring in de ontmoeting met de mens in de verdrukking. Geconfronteerd met momenten van mensonwaardigheid en agressie toch vanuit een innerlijke vrijheid blijven zeggen: er staat een mens voor me. Een medemens als beminnenswaardig bejegenen. Dat is de taal van de diaconie.
Kerk toe aan wedergeboorte
Nodig daarbij familie van cliënten en belangstellenden uit. Mensen, van welke levensbeschouwing ook, gaan zo graag naar de kerk, als daar medemensen gezien en gehoord willen worden.
De Kerk is toe aan een wedergeboorte. Zalig Kerstmis.
Meer lezen?