Ver-ont-schuldigen is: vrijpleiten van schuld!

Lezersreacties kunt u richten aan:
redactie@marienburgvereniging.nl

Over ver-ont-schuldigen gesproken

Harrie van den Akker

De bijdrage van Erik Jurgens aan het vorige magazinenummer over ver-ont-schuldigen noopt mij tot twee opmerkingen.

De eerste opmerking betreft de taalkundige opmerkingen van onze oud-voorzitter. Die betrof het voorvoegsel ‘ont’. Erik schreef “als je je ver-ont-schuldigt, dan neem je juist geen schuld op je’. Hij vond dat vreemd of incorrect taalgebruik. Alsof de voorvoegsels ‘ont’ en ‘on’ hetzelfde zijn.

Maar als je de website ‘Onze Taal’ raadpleegt, vind je dat er meerdere soorten van dit voorvoegsel ‘ont’ te onderscheiden zijn. Er is inderdaad een ‘ont’ dat een verwijdering of tegenstelling uitdrukt, zoals in ontsluiten, ontbossen, ontheiligen, onteren, ontkurken, ontpitten, ontbinden, ontvetten, ontkleden, ontkennen en ontspannen. Maar vanuit een andere taalkundige oorsprong is er ook een ‘ont’ dat het begin van een handeling aangeeft, zoals in ontbloten, ontsteken, ontbranden, ontnuchteren, ontwaken, ontroeren en ontvangen. De voorvoegsels ‘ont’ en ‘on’ zijn daarmee echt verschillend.

Ver-ont-schuldigen duidt niet op on-schuld claimen, maar op het begin van een proces dat tot on-schuld kan leiden. [Het voorvoegsel ‘ver’ heeft geen eigen betekenis.] Wie zich verontschuldigt, benoemt en bekent dat hij/zij iets fout gedaan heeft. Hopelijk meent hij/zij dat ook echt en heeft hij/zij ook spijt van zijn/haar woorden of daden. Het is een actieve handeling die iets in gang kan zetten. Op het moment namelijk dat de ander die verontschuldigingen accepteert, is de lucht geklaard, staat de schuldenaar niet meer bij de ander in het krijt en is hij/zij weer on-schuldig.

Mijn tweede opmerking betreft de belangrijkere vraag of je je wel schuldig kunt voelen over daden door anderen in het verleden begaan. Die vraag roept weer de vraag op welke maatstaven je hanteert bij het beoordelen van die daden: waren die daden misdaden naar de maatstaven van toen, of vooral naar de maatstaven van nu? In welke mate kunnen of moeten wij ons verantwoordelijk voelen voor andermans daden in het verleden en kunnen wij daar dan spijt van hebben zodat wij ons moeten ver-ont-schuldigen? In welke mate voelt ieder van ons zich betrokken bij misstanden in het verleden? Is er sprake van verjaring van misdaden, heelt de tijd wonden? Zijn verontschuldigingen dan nog aan de orde?

Erik maakt een onderscheid tussen ’ons’ slavernijverleden en allerlei onrecht begaan door of namens de Kerk. Feit is, zoals Erik opmerkt, dat anders dan de Kerk de wereldlijke overheden door de eeuwen zich behoorlijk hebben aangepast aan veranderende waarden en normen. Zijn daarmee excuses voor kerkelijke misstanden meer op zijn plaats dan voor ‘ons’ slavernijverleden? In welke (verschillende?) mate staan huidige overheden en huidige kerkleiders nog in het krijt bij slachtoffers of hun kinderen en nakomelingen?

Moet iedere burger of gelovige zich nu ook schuldig voelen? Zijn wij medeschuldig aan het seksuele misbruik in ‘onze’ Kerk? Moeten wij om die reden dan afstand nemen van de Kerk? Staat ieder van ons nog steeds in het krijt bij de nazaten van slaven? Moeten wij daarom zwarte piet afschaffen? Of discrimineren wij, al dan niet onbewust, nog steeds? Maar goed dat bij de kerststal ook een zwarte koning hoort, toch?

Moeten wij in West-Europa ons verontschuldigen voor de kruistochten? Moet het huidige Frankrijk zich verontschuldigen voor de inval van Napoleon in Rusland? En Spanje voor onze 80-jarige oorlog? En Rusland voor de inval in Oekraïne? Hoeveel oorlogen in Europa en daarbuiten waren naar de huidige maatstaven zinvol of eerder onverantwoord of onnodig? Zijn verontschuldigingen voor al deze oorlogen gewenst of realistisch? Hoe bereiken wij verzoening tussen mensen, volkeren en staten? Hoe bereiken wij vrede en inclusiviteit? Wie het antwoord weet op die ethische vragen, mag het zeggen.


Reactie op reactie (Erik )

Leuk dat je de moeite nam om te reageren op mijn verhaal in het MM over excuses.
Je hebt gelijk dat ‘ont-‘ niet altijd iets in de zin van ‘zonder’ of ‘niet’ betekent.
Maar al in 1459 kwam ver-ont-schuldigen voor in onze taal, in de betekenis van ‘van schuld vrijpleiten’.
Het bijzondere is juist dat het veel later in het spraakgebruik het omgekeerde is gaan betekenen: ik heb wel schuld, maar het spijt mij.
Ik denk dat het komt via de overgankelijke vorm, ‘iemand van zijn schuld ontslaan’ (ontschuldigen).
Je kunt jezelf natuurlijk niet van schuld ontslaan, maar in de wederkerige vorm is het wel zo geworden: ik verontschuldig mij.

Heerlijk toch, zo’n taal? Ik had het allemaal in mijn artikel kunnen zetten, maar dan werd het veel te technisch.


Oorspronkelijke artikel voor MM 4 2022

Ver-ont-schuldigen is: vrijpleiten van schuld!

Onze paus Franciscus heeft zich in Canada namens onze roomse kerk, de Sancta Ecclesia, verontschuldigd. En wel voor wat katholieke instellingen in het noordwesten van Canada hebben uitgespookt met kinderen van de Inuit, de oorspronkelijke bevolking.

Honderdvijftig duizend kinderen uit de Inuit – de oorspronkelijk bevolking van Canada – zijn vanaf de 19e eeuw tot in de jaren negentig van de 20e eeuw – gedwongen opgenomen in internaten. Dit ver van huis, zogenaamd om heropgevoed te worden. Het beleid was uitgegaan van de Canadese autoriteiten. “Culturele genocide” stelde een Canadese commissie vast in 2015. Die kinderen werden bovendien in die, meestal katholieke, internaten zo slecht behandeld en gevoed dat zij het vaak niet overleefden. Vorig jaar werd naast zo’n internaat in de plaats Kamloops een massagraf gevonden met 215 kinderen. Gruwelijk.
Goed, dus, dat paus Franciscus zich dit aantrok, en bij de Inuit op bezoek is gegaan. Om het aangedane leed te erkennen, en om verontschuldigingen aan te bieden.
Maar, gek genoeg, ver-ontschuldigen is afgeleid van… onschuld. Als je iemand dus verontschuldigt dan pleit je hem vrij van schuld. Hetzelfde geldt voor excuseren. Dat komt via het Frans uit het Latijn: ex-cusare de ‘causa eruit halen’. En causa betekent zowel oorzaak als schuld. Als ik dus excuses aanbied, dan zeg ik dat mij geen schuld treft!
Maar de paus erkende toch juist schuld, hetgeen de nakomelingen van de slachtoffers zeer op prijs bleken te stellen?

ERKENNING
Heel raar. ‘Excuses maken’ verstaan we immers juist als erkennen van schuld, en daarvoor vergiffenis vragen. Gebeurt elke dag, als je bijvoorbeeld door onoplettendheid tegen een ander oploopt. Zo wilde de paus bij de Inuit vergiffenis vragen, niet de kerk vrijpleiten van schuld. Integendeel. Maar: als je je letterlijk ver-ont-schuldigt, dan neem je juist geen schuld op je. Niemand die dat nu nog beseft bij dit woordgebruik!
Wat verwacht overigens iemand tegenover wie je echt schuld bekent? Boetedoening, verzoening, schadevergoeding? Op de eerste plaats gaat het om erkenning, vaak na een zeer lang ontkenning door de boosdoeners. Ik heb einde vorige eeuw in Zuid-Afrika op tv een vergadering gezien van de Verzoeningscommissie, voorgezeten door Bisschop Tutu. Een zwarte vrouw vertelde daar hoe haar zoon, anti-apartheidsactivist, was opgepakt. Waarschijnlijk door de z.g. anti-terreureenheid die opereerde vanuit het beruchte landgoed Vlakplaas bij Pretoria, waar martelingen plaatsvonden, en erger. Zij heeft hem nooit meer terug gezien. Tutu vroeg aan die moeder: “Wat wilt U dat met de daders gebeurt, moeten ze gestraft worden?”. “Nee, zei deze eenvoudige vrouw, het gaat me niet om wraak, ik wilde het hier alleen openlijk kunnen vertellen”. Dat maakte diepe indruk op mij. Zo’n houding van groot belang voor een verzoening.
Vergelijkbaar met de oude Indonesiër, het Nederlands nog machtig, die ik in een documentaire op tv zag. De documentaire was gemaakt vijftig jaar na de z.g. politionele acties van Nederlandse militairen tegen vrijheidsstrijders in Indonesië, 1948/9. Een veteraan vraagt heel schuchter in de documentaire om vergeving voor wat zijn mensen in de kampong hadden aangericht. “Ach, meneer, zegt de oude Javaan, dat hebben wij toch allang vergeven”- geen wraak, wel verzoening. Dat getuigt van grote innerlijke beschaving.

EXCUSES VOOR DE SLAVERNIJ?
Ondertussen is het strijk en zet geworden dat in de openbare discussie excuses geëist worden, met name van overheden. Niet voor zaken waaraan deze overheden zichzelf hebben schuldig gemaakt. Maar voor toestanden en gedrag van lang geleden, misstanden die al lang zijn erkend als onjuist en afgeschaft, of zeer aanzienlijk zijn verbeterd.
Zo onlangs worden excuses geëist vanwege de medewerking van overheden en machthebbers aan slavernij en slavenhandel, lang geleden, vanaf circa 1600. Slavenhandel is rond 1800 verboden, slavernij zelf in 1869. In Nederland was slavernij niet aan de orde, maar wel in Indië en in de West, op plantages. Er leven dus nu nog mensen wier voorouders, honderdvijftig jaar geleden als slaaf werden gehouden. Die nakomelingen willen nu excuses horen. Maar dat is iets anders dan waarvoor paus Franciscus om vergeving vroeg. De kerk had immers nooit erkend eraan te hebben meegewerkt dat die kinderen van de Inuit onmenselijk werden behandeld. Slavernij is daarentegen welbewust met wortel en taak uitgebannen. Waarom moet een overheid van nu, die geen enkele verantwoordelijkheid draagt voor de slavernij van toen, vergiffenis vragen aan nakomelingen? Erkenning is er immers genoeg. Paus Franciscus voelde haarfijn aan dat in naam van zijn kerk onrecht was geschied, en dat dit niet erkend was. Dat deed hij alsnog. Het verschil zit bovendien in het feit dat het de kerk over de eeuwen steeds grote moeite heeft gekost om eigen fouten te erkennen. In naam van, en door, de kerk zijn vele gruwelijkheden begaan, van brandstapels voor ketters tot gedwongen bekeringen van Joden.
Misstanden binnen kloosters en scholen begaan door celibataire ‘opvoeders’ komen steeds meer aan het licht. Naast het grote menslievende en pastorale werk van de kerk bestaat helaas ook deze kant. En de kerk beroept zich op zijn eeuwige, onveranderlijke roomse gezag, zodat ook deze paus op zijn schouders draagt wat zijn voorgangers hebben gedaan en gedoogd. Dit anders dan de wereldlijke overheden, die in de laatste twee eeuwen onherkenbaar zijn veranderd en dus geen schuld meer dragen.
Het is daarom hartverwarmend dat paus Franciscus tegenover de Inuit wel schuld erkende, zich niet “ver-ont-schuldigt’. Hoe nu verder? Het redactioneel commentaar van de NRC schreef op 27 juli: “Als paus Franciscus echt een einde wil maken aan het historische patroon van ontkennen, afdekken en wegkijken, zoals hij in 2019 aangaf, dan hoort daar naast openbare boetedoening, ook de snelle erkenning van leed bij”. Trefze

 

Klik hier voor het oorspronkelijke artikel