Het slotdocument van de Synode over synodaliteit is eind oktober gepubliceerd. Het is in het Engels en beslaat ruim 60 bladzijden. Eén van onze leden – Emile Verviers – heeft een meer hanteerbare samenvatting gemaakt van 7 kantjes. U kunt deze hieronder vinden.
Het slotdocument is het eindresultaat van een wereldwijde raadpleging. Nu is het aan de plaatselijke gedoopten om er mee aan de slag te gaan. Misschien herkent u uw eigen gelovig handelen en denken in de afgelopen jaren. Het zal zeker ook een aanleiding kunnen zijn voor luistergesprekken en plannen maken in de nabije toekomst. Ook voor ons Mariënburgers.
Wie niet terugschrikt voor de lange versie kan deze vinden op:
https://www.synod.va/en/news/final-document-of-the-xvi-assembly.html
Slotdocument Synode over synodaliteit 2021-2024
Introductie
• (1) Door in de Geest naar elkaar te luisteren hebben we Jezus aanwezigheid in ons midden waargenomen, die in zijn volk een eenheid blijft wekken die de harmonie van verschillen is. Zijn wonden zijn blijven bloeden in zoveel mensen, in geweld, haat en wraak.
• Er is een oproep tot vreugde en vernieuwing van de kerk, gebaseerd op ons gemeenschappelijke doopsel: elke gedoopte is hoofdrolspeler in de zending van de kerk. Onze synode is een doorwerking van Vaticanum II: de kerk die als mysterie en volk van God is geroepen tot heiligheid door voortdurende bekering. Synodaliteit vereist ook berouw en bekering.
• Tien onderwerpen zijn toevertrouwd aan werkgroepen, die werken via de synodale methode. Het synodale proces eindigt niet: alle plaatselijke kerken zetten hun dagelijkse weg voort met een synodale methode van raadpleging en onderscheiding.
Deel I – Het hart van synodaliteit
• (13) Op Paasmorgen zoeken Maria Magdalena, Petrus en Johannes Jezus op hun eigen manier; hun afhankelijkheid van elkaar belichaamt het hart van synodaliteit.
• De kerk getuigt van Jezus’ verrijzenis: fundament van hoop, openbaring van God en bestemming van de mens. Vanuit de erkenning van innerlijke leegte, angst, twijfel en zonde ontdekken we dat we samen met onze broeders en zusters worden gezocht, bij name genoemd, vergeven en gezonden.
• De kerk is als Volk Gods een sacrament van de eenheid. Het doopsel is een oproep tot heiligheid en een missionaire zending: een wedergeboorte in de Geest. We worden gevoed door de bron van gemeenschap en eenheid, de Eucharistie; allen hebben deel aan één brood. Ieder is, op zijn manier, lidmaat van Christus’ lichaam. Het Volk is een verzameling uit vele stammen, talen, volken, contexten en culturen.
• (18) De gemeenschap van gelovigen is ook de gemeenschap van de kerken en van de bisschoppen; het Petrusambt is zichtbare bron en fundament van de eenheid van de kerk.
• In de kerk is een voorkeursplaats voor armen, gemarginaliseerden en uitgeslotenen; zij zijn subject van evangelisatie.
• We hebben de gave en de verantwoordelijkheid ontvangen om te getuigen van de zin en het doel van ons leven en een zuurdesem te zijn van de broederschap van alle mensen. Onze tijd wordt immers gedomineerd door een crisis van participatie (het gevoel deel uit te maken van en actoren te zijn in een gemeenschappelijk lot) en door een individualistische opvatting van geluk en verlossing.
• (21) Het volk van God heeft sacramentele wortels: allen zijn wij door de doop broers en zusters geworden, kinderen van God: dàt is de hoogste waardigheid. Allen zijn dus geroepen te getuigen van geloof en van liefde, de Geest werkt in allen; en dat leidt tot een sensus fidei (instinct voor de waarheid van het evangelie). Daarop zijn oecumene en synodaliteit gebaseerd; de synodale weg moet oecumenisch zijn en de oecumenische weg moet synodaal zijn. Ook door het Vormsel worden alle gelovigen geroepen om hun gaven, naast die van alle anderen, in te zetten. In de Eucharistie wordt die christelijke gemeenschap en de gedifferentieerde medeverantwoordelijkheid van allen zichtbaar gemaakt (“in het presidentschap van bisschop of priester”); daarin zit zowel de eenheid van het mysterie als de pluraliteit van diverse liturgische tradities, eenheid van viering en verscheidenheid van roepingen, ambten en charisma’s. De harmonie van de Geest is géén eenvormigheid. Als er geen eucharistie mogelijk is is Christus toch aanwezig in de viering van het Woord.
• (27) Zowel voor eucharistie als voor synodale vergadering geldt: waar twee of meer…; beide zijn een luisteren naar hetzelfde Woord en daarop een antwoord geven. De band tussen liturgie en synodaliteit moet worden verdiept; daartoe wordt een werkgroep opgericht, die zich ook bezig houdt met de prediking en met een mystagogische catechese over synodaliteit.
• (28) Synodaliteit is een weg van geestelijke vernieuwing en structurele hervorming om de kerk meer participatief en missionair te maken, meer het licht van Christus uit te stralen. Christenen wandelen samen met de Geest in eenheid op weg naar Gods rijk in een kerk die dicht bij de mensen staat. Maria was synodaal in haar kunst van het luisteren, haar gehoorzaamheid en haar helpende liefde.
• Synodaliteit is samen luisteren, in het besef van de broederschap binnen de gemeenschap en van de medeverantwoordelijkheid van het hele Volk in de diverse rollen van ieder; het synodaal karakter van de kerk moet institutioneel tot uitdrukking komen (lokaal, regionaal en universeel), waardoor het hele Volk wordt betrokken, in collegiale en hiërarchische gemeenschap met de paus. De kerk is gemeenschap; de eenheid tussen mensen wordt in Christus verwezenlijkt door de Geest. Door alle charisma’s en ambten te waarderen stelt synodaliteit het volk Gods in staat om het evangelie te verkondigen, als een zichtbaar sacrament van broederschap. Het gezag van de herders, verbonden met het sacrament van de wijding, heeft tot dienst om de apostoliciteit van de verkondiging te waarborgen; synodaliteit kan die opdracht in het juiste licht plaatsen; ook zij die gezag uitoefenen, worden uitgenodigd tot bekering en hervorming.
• (34) Eenheid als harmonie. De mens is fundamenteel relationeel; de synodale kerk is een ruimte waarin relaties kunnen bloeien, dankzij Jezus’ gebod van wederzijdse liefde. Relaties (gefundeerd in de Drie-eenheid) en ontmoetingen met anderen (in al hun diversiteit van roeping, leeftijd, geslacht, beroep etc.) zijn onmisbaar voor onze persoonlijke rijping. Ook in het samenleven binnen het gezin ervaren we onze gelijke waardigheid, dat we moeten luisteren naar elkaar in wederkerigheid.
• De gedifferentieerde medeverantwoordelijkheid van alle gedoopten, ook vrouwen, moet worden verruimd; er is droefheid omdat we nog niet voldoende leven vanuit een gezonde relatie tussen mannen en vrouwen, tussen generaties, tussen diverse culturele en sociale groepen (m.n. armen en uitgeslotenen). Op grond van de katholiciteit kunnen de lokale kerken ook van elkaar leren; het pausambt waarborgt een legitieme verscheidenheid en zorgt dat het bijzondere de eenheid niet alleen niet schaadt, maar haar juist dient.
• Christus is de eenheid in de verscheidenheid: dat is onze katholiciteit. Door ontmoeting en uitwisseling wordt de Kerk der Kerken gevoed. Pluraliteit van vele culturen biedt het vooruitzicht van de uitwisseling van geschenken. Het gaat niet om uniformiteit maar om integratie van legitieme diversiteit. De waardering van contexten en culturen zet ons op weg naar eenheid. Hoopvol wordt dus uitgezien naar verdere oecumenische toenadering en naar samenwerking met andere godsdiensten in onze strijd voor een betere wereld. Al die verscheidenheid is een uitnodiging aan iedereen om zijn eigen partijdigheid te erkennen en af te zien van de pretentie in het middelpunt te staan; allen zijn instrumenten voor één harmonie.
• (43) Synodale spiritualiteit is een gesteldheid, die voortvloeit uit de werking van de Geest en ons tot luisteren, contemplatie, stilte, nederigheid, geduld en bekering leidt. Luister naar de Geest die in iedereen en in alle dingen spreekt. Eenheid en harmonie in pluriformiteit. De wederzijdse liefde, uitgaande van de persoonlijke spiritualiteit, is de vorm van de ontmoeting met God.
• (47) Synodaliteit in nederigheid is een sociale profetie: tégen het dominante denken in ongelijkheid, ontgoocheling over de democratie, autocratische en dictatoriale neigingen, overheersing van het marktmodel zonder rekening te houden met kwetsbaarheid van mensen en de verleiding om conflicten op te lossen met geweld in plaats van met dialoog. Synodaliteit beantwoordt aan de menselijke behoefte om verwelkomd en erkend te worden; is een uitdaging aan groeiend isolement en individualisme; oproep tot wederzijdse zorg, onderlinge afhankelijkheid en medeverantwoordelijkheid voor het algemeen welzijn. Synodaliteit daagt te grote afhankelijkheid uit en staat ons toe onszelf te ontwikkelen; zij daagt te grote machtsconcentratie uit die ten koste gaat van anderen en van de wereld.
Deel II Samen op de boot
• In Joh 21:2-3 zegt Petrus dat hij gaat vissen; de anderen zeggen dat ze meegaan. Zo hebben ook wij de oproep van de paus gevolgd. Het zijn de relaties die de vitaliteit van de kerk ondersteunen en haar structuren bezielen; een synodale missionaire kerk moet beide vernieuwen. Hoe kan de kerk relaties beter voeden? Er is lijden bij wie buitengesloten wordt. Jezus stuurde niemand weg zonder te luisteren, wilde iedereen ontmoeten. Bekering in relaties heeft ook betrekking op relaties tussen man en vrouw. Er is géén ongelijkheid tussen hen; we moeten de gelijke waardigheid en wederkerigheid van mannen en vrouwen herkennen en respecteren; er is pijn omdat we dat niet voldoende doen.
• (53) We leven in een veelheid van contexten, met elk haar specifieke rijkdommen. We zijn geneigd tot uitsluiting en blokkades, wapengeweld, uitbuiting van elkaar en van de aarde, ongelijkheid, racisme, tot weggooien van ongeborenen en ouderen. De kerk moet haar eigen falen, bijv. het misbruik, erkennen. Het is een schandaal dat er scheiding is tussen mensen met hetzelfde doopsel. De kerk moet (als sacrament van God) luisteren naar gewonden en erkennen dat in elke cultuur en in elke groep het zaad van het evangelie is gezaaid.
• (57) Christenen zijn, ieder met hun eigen charisma, roeping en bediening, door het doopsel geroepen tot heiligheid en zending. De verscheidenheid van charisma’s is gericht op de eenheid van Jezus’ lichaam; zij zijn niet het exclusieve eigendom van de ontvanger of een rechtvaardiging voor de eigen groep. Al die samenwerkende gaven moeten in de kerk gezonden, gesteund en gevoed worden.
• (60) Vrouwen blijven obstakels tegenkomen bij het erkennen van hun charisma’s. Veel vrouwen hebben in de heilsgeschiedenis een prominente rol (Magdalena, Maria); daarvoor relevante bijbelpassages moeten voldoende plaats krijgen in de liturgische lectionaria. Vrouwen vormen de meerderheid van de kerkgangers, ze zijn binnen het gezin de eerste getuigen, ze zijn actief en geven soms leiding. Er zijn geen redenen om vrouwen te weerhouden een leiderschaps-rol in de kerk op zich te nemen: we kunnen niet stoppen wat van de Geest komt. Ook de toegang van vrouwen tot het diaconale ambt blijft open. We moeten meer aandacht besteden aan een grotere bijdrage van het vrouwelijke aan de taal en de beelden die worden gebruikt in prediking en catechese.
• Er zij bijzondere aandacht voor kinderen, jongeren, gehandicapten en gehuwden; maar ook steun voor celibatairen. Het godgewijde leven van religieuzen daagt de samenleving uit met een profetische stem. De zending omvat alle gedoopten: onze werkelijkheid te doordringen en te veranderen met de geest van het Evangelie.
• (66) Sommige charisma’s zouden een ‘ambtelijke vorm’ kunnen krijgen, wanneer een gemeenschap daartoe een echte pastorale behoefte ziet. Een missionaire synodale kerk dringt aan op talrijker vormen van lekenambten, die het sacrament van de wijding niet vereisen. Ook het charisma van de theologen kan meer synodaal worden uitgeoefend, zeker ook in dialoog met de pastores.
• Ook de gewijde bedienaren staan krachtens hun sacramentaliteit in dienst van de harmonie. De bisschop moet de gaven van de Geest in zijn diocees tot eenheid samensmeden. Het volk dient een grotere stem te hebben in de bisschopskeuze; meer contact tussen volk en bisschop helpt om de kerk te ervaren als familie van God. Het volk ondersteunt de bisschop; synodaliteit tussen bisschoppen kan worden bevorderd; de taken die de bisschop kan delegeren kunnen worden uitgebreid. Ook priesterschap kan meer synodaal zijn; priesters moeten worden begeleid en ondersteund, vooral in de eerste fase van hun ambt. Permanent diaconaat, in dienst van de naastenliefde, moet worden bevorderd. Er zij aandacht voor eenzaamheid en overbelasting bij pastores bijv. door een moediger onderscheiding van wat aan anderen kan en moet worden gedelegeerd; met synodale besluitvorming. Klerikalisme, zowel bij priesters als bij de gelovigen, veroorzaakt ten onrechte een splitsing in de kerk.
• (76) Op basis van de lokale behoefte kan ambtsuitoefening door leken worden uitgebreid: bediening van de communie, voorgaan in zondagsvieringen, toediening van sacramentaliën, bediening van het doopsel en hulp bij huwelijken. Leken, mannen en vrouwen, kunnen meer worden ingeschakeld in besluitvormingsprocessen, verantwoordelijke posities in bisdommen en seminaries, in het rechtersambt. Er zij méér erkenning van de religieuzen en van de werknemers die in de kerk werkzaam zijn.
• Moet er een ‘dienst van luisteren en begeleiden’ worden ingesteld, of is dat een taak voor alle gelovigen? We luisteren speciaal naar Godzoekers en naar mensen in de marge van de kerk, die terug willen keren.
Deel III Werp het net uit
• (79) In een klimaat van wederzijds vertrouwen en luisteren moet worden gewerkt aan een cultuur van gezamenlijke besluitvorming, transparantie, verantwoording en evaluatie; daarvoor is vorming in medeverantwoordelijkheid nodig. In synodaliteit worden gemeenschap, zending en participatie samen beleefd; bij processen van onderscheiding zij er bijzondere aandacht voor mensen in de marge. Sleutelelementen in synodale kerkelijke onderscheiding zijn: duidelijkheid bieden waar het over gaat; gebed; luisteren naar de Geest en naar elkaar; zoeken naar het algemeen belang en dat wat de harten het meest doet branden; en een goede formulering van de bereikte consensus. Er zij synodale vorming en vorming van synodale facilitators. Er zij een zo breed mogelijke deelname van de hele Volk Gods aan besluitvormingsprocessen.
• (88) Bisschop, priester en volk hebben allen een gedifferentieerde mede-verantwoordelijkheid; daartoe zijn er medezeggenschapsorganen, op zoek naar een zo unaniem mogelijke consensus, in besluitvorming, uitvoering en evaluatie. Het pastorale gezag heeft de plicht om te luisteren naar degenen die deelnemen aan de raadpleging; er moet een grondige reden zijn om af te wijken van de vrucht van de raadpleging. De canonieke normen worden herzien in een synodale sleutel; de passage “louter adviserende stem” wordt mogelijk aangepast. 93 over een ordelijk verloop van de besluitvorming. Zonder concrete veranderingen op korte termijn zal de visie van een synodale kerk niet geloofwaardig zijn!
• (95) (Uitvoering van) besluitvorming moet worden geëvalueerd; het ambt moet rekenschap afleggen aan de gemeenschap; in een houding van transparantie, terwille van de geloofwaardigheid. De hiërarchie staat niet (klerikaal) boven de rest van Gods volk. De rekenschap, die het gezag aan de gemeenschap moet geven, moet worden hersteld; evenals vormen van regelmatige (en synodaal aangepakte) evaluatie. Betrek kerkleden bij de pastorale en economische planning, maak financiële en inhoudelijke jaarverslagen en houdt periodieke evaluaties.
• (103) Synodaliteit vindt ook plaats via medezeggenschapsorganen; vele staan al in het kerkelijk wetboek. Snelle implementatie van synodaliteit kan het beste via zulke organen. Ze moeten verplicht worden gesteld; met een synodale werkmethode; met het recht onderwerpen op de agenda te zetten; met grote betrokkenheid van vrouwen, gemarginaliseerden, jongeren en kerkleden die niet binnenkerkelijk werkzaam zijn. Regelmatig luisteren naar andere kerken en christelijke gemeenschappen wordt aanbevolen. De diocesane synode moet (ook in het kerkelijk wetboek) een grotere rol gaan spelen.
Deel IV Een overvloedige vangst
• (109) Vissen doen we samen! Iedereen is uitgenodigd om de ruimte van zijn hart te verruimen. De kerk is geroepen om te leven in de veranderde maatschappelijke contexten (bijv. verstedelijking en mondiale mobiliteit): een gezicht te geven aan het anonieme en broederlijke relaties te weven; nieuwe vormen van pastorale zorg, ook voor gemigreerden. De kerk kan, ook in de digitalisering, verbondenheid, ontmoeting en dialoog bevorderen en gebruik maken van het netwerk. De kerk is geroepen om in de veranderde realiteit sacramentaliteit tot uitdrukking te brengen.
• (115) De kerk is een thuis, geen gesloten ontoegankelijke ruimte, maar een huis van welkom, gastvrijheid en inclusie, sacrament van ontmoeting en gemeenschap, voor pelgrims van hoop. Met name de parochie moet gericht zijn op de missie om zich in te zetten voor zoveel verschillende mensen; zij is niet alleen op zichzelf gericht. Ook religieuze congregaties, nieuwe bewegingen en nieuwe gemeenschappen kunnen het Evangelie naar uiteenlopende plaatsen brengen (gezondheidszorg, gevangenis, politiek, universiteiten etc.); in synergie met de plaatselijke kerk en deelnemend aan de dynamiek van de synodaliteit; de bisschop is er om deze veelheid te bezielen en de eenheid te bevorderen.
• We wandelen samen, als leerlingen van Christus, op ieders eigen plaats en met ieders eigen gaven, in ieders eigen tempo: een uitwisseling van geschenken, in een netwerk van relaties, van ontmoeting, broederschap en insluiting. Ook de oecumene is een uitwisseling van geschenken. Bisschoppenconferenties moeten de eenheid bevorderen: eenheid tussen de bisschoppen en eenheid met Rome. De functie van continentale kerkelijke vergaderingen wordt verder onderzocht.
• (127) In regionale, nationale en continentale kerkelijke vergaderingen worden allen in synodaliteit betrokken, met ook vertegenwoordigers van andere religies, openbare instellingen, maatschappelijke organisaties en de samenleving als geheel. Voor een heilzame decentralisatie worden op gezette tijden bijzondere concilies bijeen geroepen. Het primaat van het Petrusambt verzet zich niet tegen particuliere kerken die hun eigen traditie hebben; synodaliteit leidt tot eenheid in verscheidenheid. Dat geldt vooral ook voor de Oosters-katholieke kerken; er komt een Raad van Patriarchen, Aartsbisschoppen en Metropolieten. Decentralisatie wordt bevorderd door opnieuw vast te stellen welke zaken aan de paus moeten worden voorbehouden; de canonieke uitwerking daarvan moet synodaal gebeuren. Binnen de Curie moet meer worden samengewerkt; hun werk moet worden geëvalueerd. Bisschoppensynodes worden voortaan synodaal aangepakt.
• (137) Synodaliteit bevordert ook de oecumene. Samen wordt verder nagedacht over de uitoefening van het dienstwerk van de bisschop van Rome, als een dienst van liefde die door allen wordt erkend. Meer aandacht wordt geschonken aan de synodale praktijken van onze oecumenische broeders. De 1700ste verjaardag van Nicea is een aanleiding om samen het christologische geloof te verdiepen.
Deel V Ik stuur ook jou
• (140) Op Pasen werd een volk van missionaire leerlingen geboren. Synodaliteit impliceert een diep roepings- en missionair bewustzijn; een nieuwe stijl van participatieve dynamiek en evaluatie. Allen moeten dus vorming krijgen in de synodale stijl van de kerk: talenten moeten vruchtbaar worden gemaakt voor het welzijn van allen, ze kunnen niet inactief blijven. Inwijding is niet voldoende: er zij voortdurende bekering en groei in liefde, openheid voor de gaven van de Geest en vreugdevol geloofsgetuigenis. In de Eucharistie kunnen allen deelnemen aan de tweevoudige tafel van Woord en Brood; in elke eucharistie worden de gaven van gemeenschap, zending en participatie vernieuwd.
• (143) Vorming moet integraal, continu en gedeeld zijn; niet alleen theoretische kennis maar ook het vermogen tot openheid en ontmoeting, samenwerken. Het is nodig dat gewijden en leken gezamenlijk vorming ontvangen; ook de opleiders moet worden opgeleid. We vormen ons ook aan elkaar; iedereen heeft iets te geven aan anderen. Catechese moet steeds meer naar buiten worden gericht: missionaire leerlingen die barmhartigheid beoefenen. Andere instellingen (universiteiten etc.), die ook niet-gelovigen bedienen, kunnen een alternatief bieden voor de dominante modellen van individualisme en competitie. Synodale vorming is een uitwisseling van gaven tussen diverse roepingen (communio), met het oog op de missio, in een stijl van gedifferentieerde medeverantwoordelijkheid (participatio): een mentaliteitsverandering. Vorming van gewijden (ook van bisschoppen) dient ingebed te zijn in het dagelijks leven, met invloed van vrouwen en oecumene. De Ratio Fundamentalis Institutionis Sacerdotalis moet worden herzien. De christelijke boodschap zij ook op het internet aanwezig.
• (150) De kerkelijke omgeving moet veilig zijn voor jongeren en kwetsbaren; veiligheid moet worden gemonitord, slachtoffers van misbruik worden ondersteund. Deel van de evangeliserende taak van de kerk is ook de sociale leer: vrede, gerechtigheid en ecologie.
Conclusie
• (152) De visvangst eindigt met een banket: een feestmaal voor alle volken: het wonder en de betovering van Gods aanwezigheid. Wij leven en eten en drinken met de levende Christus. De kerk brengt de verkondiging naar een veranderende wereld. Synodaliteit wordt een sociale profetie en inspireert tot nieuwe wegen, ook in politiek en economie, in een uitwisseling van gaven met de wereld. Het te ontvangen en te verkondigen heil verloopt via relaties. Alles komt voort uit harmonie en neigt naar harmonie, ondanks de verwoestende wond van het kwaad. In synodaliteit kan de gemeenschap worden beleefd die redt: de gemeenschap met God, met de hele mensheid en met de schepping. Maria moge ons daarbij helpen.
Poging tot samenvatting door Emile Verviers; Rijswijk, 4.XI.2024